Resideren; het einde

20 januari 2020 - Port Elizabeth, Zuid-Afrika

‘One cannot resist the lure of Arica’ – Rudyard Kipling

Ik weet het niet, ik weet niet hoe ik moet beginnen. De blog die ik niet wil schrijven, de blog die ik uit wil stellen, de blog waarvan ik had gedacht dat die nooit zou komen; de laatste blog. Want hoe sluit je af na vijf maanden. Vijf maanden vol met vriendschappen, herinneringen, ervaringen. Vijf maanden waarin een droom werkelijkheid werd en waar alle verwachtingen zijn overtroffen. Vijf maanden vol met de meest pure vorm van geluk. Hoe verwoord ik de woorden die moeten verwoorden hoe erg gaaf, mooi, intens, indrukwekkend, soms moeilijk en leerzaam deze maanden waren. Geloof me, de woorden zijn er niet. Het gevoel is er wel. Dus dat is dan denk ik maar hoe ik moet beginnen; vanuit mijn gevoel.

Vijf maanden geleden schreef ik op Schiphol de ‘het vertrek’ blog. Daarin schreef ik vijf puntjes waarvoor ik bang was. Is allemaal niet gebeurd. Maar nu vlieg ik terug naar Nederland en ben ik weer bang voor die vijf punten, maar dan gericht op Nederland:

1.    Bang dat ik erge heimwee krijg naar Zuid-Afrika. Dat kleine dingen mij herinneren aan de afgelopen vijf maanden. Dat ik alleen maar weer terug wil en alles mis.

2.    Bang dat ik mijn draai lastig kan vinden in de Nederlandse cultuur. In de cultuur van moeten en regels. In de cultuur van doorgaan en geen rust.

3.    Bang dat het weerzien met familie en vrienden tegen gaat vallen

4.    Bang dat ik bij alles denk ‘maar de kindjes in Afrika’. Bang dat de verhalen en situaties van hier mij in Nederland nog een keer gaan raken en ik dan niet omringd ben met mensen die hetzelfde meemaken en het dan alleen moet doen.

5.    Bang dat de groei die ik hier heb gemaakt, niet met me meeneem naar Nederland.

En ik kan de boel nu niet zo goed zelf relativeren. Maar terugkijken naar de afgelopen 5 maanden kan ik wel. En dat ga ik uiteraard hier doen.

Allereerst hetgeen voor waar ik kwam; de stage. Het was de mooiste en moeilijkste stage die ik ooit heb gelopen. We kwamen in een kleinschalig schooltje met 280 kinderen. 280 kinderen die ons niet alleen binnenlieten in hun school, maar ook in hun levens. Levens die wij ons niet voor kunnen stellen. Meisjes in Zuid-Afrika hebben een grotere kans in hun leven om verkracht te worden dan te leren lezen, 1 op de 2 kinderen in Zuid-Afrika wordt seksueel misbruikt. De kinderen groeien op in geweld, zijn zelf in gevaar, worden vaak alleen opgevoed door hun moeder en hebben meer gezien dan jij en ik bij elkaar. En toch lieten ze ons binnen, stonden ze nog voor ons open en waren bereid mee te werken aan onze projecten. Soms een beetje onwennig, want we vroegen opeens wel heel veel van hen. Hoezo moet ik vragen of ik de gum mag? Ik kan het toch ook gewoon uit iemands handen trekken. Als jij als kind constant omringd bent door geweld, vind jij hardhandig iets uit iemands handen trekken no big deal. Maar ze zijn gegroeid en het was prachtig om dat van dichtbij mee te mogen maken. In plaats van een gum uit de handen trekken is het nu misschien ‘geef mij nu de gum’. En geloof me, dat is al meer dan we gehoopt hadden. 

De groei van dichtbij te mogen meemaken was al heel mooi. Maar het was ook heel fijn dat we mochten meemaken hoe onze band met de kinderen steeds meer is gegroeid. Van de ‘witte westerse’ naar die twee meiden die echt het beste met ze voor hebben. Steeds vaker kwamen ook de oudere kinderen naar ons toe, niet om ons als auto, vliegtuig, trein, klimrek, schommel of glijbaan te gebruiken zoals de kleintjes deden. Maar gewoon om een praatje te maken. Na verloop van tijd kwamen ze zelfs naar ons toe om te vertellen dat ze die week geen ruzie hadden gemaakt in de klas of dat het hart van de klas kapot was gegaan, en wij maar denken dat ze dat zo stom vonden.

280 lieve kinderen die ervoor hebben gezorgd dat ik mij thuis voelde op stage, die het me soms moeilijk maakte, die me verdrietig maakte met hun verhalen en levens, die me trots maakte bij het concert, en waar ik heel veel bewondering voor heb. Bewondering voor hoe zij hun levens leven, doorgaan en af en toe nog steeds de twinkeling in hun ogen hebben, die zou bij mening mens al lang gedoofd zijn. 280 lieve kinderen die mij alle mogelijke emoties hebben laten ervaren. 280 lieve kinderen die ik in mijn hart heb gesloten en waarvan ik met datzelfde hart hoop dat al hun dromen uit mogen komen, zij op het goede pad blijven en van het pad van foute mensen blijven en waarvoor ik vooral hoop dat zij de twinkeling in hun ogen nooit kwijtraken of ooit weer terug mogen vinden.

En dat was alleen pas de stage. Maar Zuid-Afrika heeft nog zoveel meer gebracht. Zoals jullie weten heb ik met 14 mensen in een huis samengewoond. Mensen kwamen en gingen, dus ik heb in totaal met 20 verschillende mensen samengewoond. Met sommigen was het gewoon fijn en leuk voor daar, maar met anderen heb ik vriendschappen voor het leven gemaakt (daar dwing ik ze toe). Er zijn zo ontzettend veel goede gesprekken geweest. En in een huis waar 90% social worker is, gingen de gesprekken wel wat verder dan; ‘wat is je lievelingskleur?’ (Al weet ik die nu wel van iedereen). Gesprekken over onze jeugd, opvoeding, vrienden, dromen, verwachtingen, eigenschappen en nou ja zo’n beetje alles. En door met zoveel mensen samen te wonen met elk zijn eigen waarden en normen, kwam ik er ook wel achter wat nou belangrijk voor mij is (ZOALS EEN SCHONE KOELKAST). Uiteraard ook nog genoeg andere dingen. Het was fijn om niet alleen plezier met elkaar te hebben, maar ook goede gesprekken en steun in elkaar te vinden. Dus naast de 280 kinderen van stage, zijn er ook nog 20 anderen die de ervaring de ervaring hebben gemaakt. En ik had niet gedacht dit ooit te gaan zeggen, maar man wat ga ik het koken voor 14 mensen, de eeuwige viezigheid, de open broodzakken, de schimmel in de koelkast, de luie mensen, de mensen die klaagde over de boodschappen (maar no way dat ze dat zelf zouden doen), het volume van sommige mensen (Eva…) en het gebrek aan privacy missen. Het zal wennen zijn als er niet meer iemand de badkamer binnen komt gerend tijdens het douchen (en zeker weten dat ze wisten dat ik stond te douchen). Het zal heel erg stil zijn, en heel erg raar dat ik niet in huis kan roepen ‘wie gaat er mee taart eten?’ en dat er dan altijd wel iemand is die kan. In Nederland moet ik vriendinnen weer helemaal gaan appen en is de kans groot dat ze niet kunnen want ja; werk, school, stage, relaties, andere vrienden, sport en andere plannen. Hier hadden we niks of niemand anders dan elkaar, dus niet echt veel keuze, maar alsnog een hele fijne keuze.

En dan Zuid-Afrika zelf. Het land met de lekkerste chocoladetaart, beste pizza (echt waar), over het algemeen bijzonder goed eten. En qua natuur hadden ze alles; prachtige groene gebieden, mooie wandelroutes, gebieden alsof je door de Sahara heen rijdt, mooie bergen en ook witte stranden. En dan heb ik hier ook hele fijne, lieve, mooie mensen ontmoet. We kunnen zo nog eens 20 mensen meetellen die mij ervaring onvergetelijk hebben gemaakt.

Dus, Zuid-Afrika. Het land wat mijn thuis is geweest en waar ik mij ook echt thuis heb gevoeld. Het land waar ik van tevoren zó vaak voor ben gewaarschuwd. Ik ben blij dat ik het tegendeel heb mogen meemaken. Het is niet zo dat zodra ik een stap buiten de deur zet neergeschoten en beroofd wordt, het is niet zo dat je tijdens het uitgaan gedrogeerd en verkracht wordt, het is niet zo dat zodra je de townships in rijdt er dingen naar je auto worden gegooid. Het is allemaal niet zo. En ik ga niet zeggen dat er nooit gekke dingen gebeuren of gebeurd zijn. Maar wat ik wel zeg is dat het echt niet zo gevaarlijk is zoals iedereen zei. Want als ik al die verhalen had moeten geloven dan was ik al minimaal 7 keer verkracht geweest, 15 keer beroofd en neergestoken, 56 keer uitgescholden en 79 stenen door de ruit van mijn auto. Maar dat is allemaal niet gebeurd.

En nu is het dan tijd om terug te gaan naar Nederland. Naar mijn lieve moeder die mij vijf maanden heeft moeten missen. Kunnen we haar een applaus geven voor hoe zij hier mee is omgegaan, ze heeft zich aan de afspraak gehouden mij niet elke dag te appen, zelfs niet de laatste twee weken toen ze alleen was.
Als ik er dan aan denk hoeveel zin zij erin heeft om mij na vijf maanden weer te zien, dan maakt dat het iets makkelijker om terug te komen naar Nederland. Want verder vind ik het heel erg lastig, om te vertrekken uit Zuid-Afrika en weer het Nederlandse leven op te pakken, waarvan deze maanden maar weer eens bevestigd is dat dat echt niks voor mij is.

Dus dat was ‘m weer dames en heren. Na vijf maanden komt ook de wekelijkse blog tot een eind. Ik vraag me af hoe ik dat ga doen als ik voorgoed uit Nederland vertrek, het zal niet wekelijks worden maar maandelijks 😉.

Tot dan ga ik nu weg van mijn thuis, om vervolgens 9000 kilometer verderop thuis te komen.

Liefs

4 Reacties

  1. Anne:
    20 januari 2020
    Lucie dit was echt een mooi verhaal. En na deze blog weet ik niet wat ik elke week als vaste prik moet lezen. Dit word voor mij ook afkicken🙃 Ik ben super trots op hoe jij dit avontuur hebt beleefd, en dat zonder 1 keer te verdwalen😝 Ik zie je snel weer!!!😘😘
  2. Jojanneke:
    20 januari 2020
    Hi Luca, ondanks je mooie verhalen hebben we je vrolijke aanwezigheid gemist de afgelopen maanden. Het was een bijzondere ervaring waarvan je ons deelgenoot hebt gemaakt. Kan mij voorstellen dat het moeilijk is om dat allemaal achter te laten en weer je draai te vinden hier in Nederland. Qua taart eten, geef maar een gil hoor, ga graag met je mee 😋. Tot snel
  3. Anja de Koning:
    20 januari 2020
    Lieve Luca de tijd is gevlogen en een ervaring die je nooit meer zal vergeten. Ik zal je blog gaan missen. deze mooie ervaring zit mooi in je rugzak en wie weet komt er nog wel een mooi avontuur in de toekomst. Let op je bent zo weer gewent aan ons snelle en rijk landje
    en ga je de volgende stage alweer bijna in. Het reizen zit in je bloed dus voor je het weet ben je weer op reis. goede reis en tot snel
  4. Fatma:
    20 januari 2020
    Prachtig eindverhaal! Fijne terugreis en wellicht tot snel!